Wat nu de Gelderse Archaeologische Stichting is, heette aanvankelijk Stichting tot Bescherming van Praehistorische Cultuurmonumenten in Gelderland. Op 11 januari 1930 werd deze directe voorganger van de GAS opgericht vanuit de Provinciale Geldersche Archaeologische Commissie. Deze stichting werd opgericht met een aantal doelstellingen:
- De aankoop en beheer van archeologisch belangrijke percelen grond
- Het subsidiëren van wetenschappelijk oudheidkundig bodemonderzoek
- Bevorderen en samenstellen van een kaartenregister van alle vondsten
- Aanleg van een inventaris van terreinen die archeologische waarde hebben
Hoewel er in het archief van de stichting diverse kladversies van de statuten bewaard zijn gebleven, is de officiële oprichtingsakte (tot nu toe nog) niet aangetroffen. De datum van 11 januari 1930 wordt genoemd in een brief van het (voorlopige) bestuur aan het Ministerie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen van 29 januari 1930. Het bestuur verzoekt de minister om een vertegenwoordiger als lid van het bestuur aan te wijzen. De minister voldoet aan dit verzoek door J.H. Holwerda te benoemen als lid van het bestuur.
Bron: Gelders Archief, 0581 Gelderse Archeologische Stichting inv. nr. 2
Het is na de oorlog dat de Stichting zijn naam verandert naar de Gelderse Archaeologische Stichting. Hoewel de GAS zich vanaf de jaren vijftig veel bezig houdt met het inventariseren van archeologische vindplaatsen in Gelderland, bleef de nadruk liggen op het beheer van de collectie die in de loop der jaren was verworven. Deze uitvoerige collectie bevat vondsten uit een tal van opgravingen uit heel Gelderland. Een deel hiervan van deze vondsten komen uit opgravingen uitgevoerd door het Biologisch-Archeologisch Instituut en de Rijksdienst voor het Oudheidkundige Bodemonderzoek (ROB), maar aanzienlijk deel is afkomstig uit voormalige privéverzamelingen, schenkingen, aankopen en bruiklenen van particulieren.
Recentelijk is de collectie in eigendom overgedragen aan het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten en is de GAS zich meer gaan richten op het vergroten van het publieksbereik voor de archeologie van Gelderland en het bevorderen van de ontsluiting van archeologische vondsten.